
AALTJESBEHEERSING IN DRIE STAPPEN:
SITUATIE KENNEN, TEELT AANPASSEN EN AANVULLENDE MAATREGELEN
Meten is weten bij het beheersen van aaltjes in de bodem. Inzicht in het type en de hoeveelheid aaltjes in de bodem geeft de teler handvatten voor de toe te passen beheersmaatregelen. Als eerste kunnen aaltjes bestreden worden door het inpassen van groenbemesters of het aanpassen van de vruchtwisseling. Als dat niet toereikend is, zijn er aanvullende maatregelen nodig, bijvoorbeeld de teelt van een aaltjesvanggewas zoals tagetes (afrikaantjes). Ook in een rotatie met (zetmeel)aardappelen kan de teelt van afrikaantjes een rendabele optie zijn.
Steken van monsters en deze laten analyseren op schadelijke plantparasitaire aaltjes levert volgens aaltjesonderzoeker Johnny Visser van WUR Open Teelten waardevolle informatie op om de teelt op aan te passen. Doe dit op kleine oppervlakten, liefst maximaal 1 tot 2 hectare. ”Je weet dan of daar een gevoelig gewas kan staan. Daarna is het van belang om in het gewas te blijven monitoren.”
Bemonsteren
Is een teler op de hoogte van de hoeveelheid plantparasitaire aaltjes in een perceel, dan is het gemakkelijker om de juiste keuzes te maken met de gewassen en de groenbemesters. Het wortellesieaaltje Pratylenchus penetrans is een voorbeeld van een aaltjessoort die zich bij de teelt van veel gewassen vermeerderd en schade veroorzaakt. Zeker voor dit soort aaltjes is een goede vruchtwisseling cruciaal, maar niet altijd voldoende om het aaltje te beheersen. Nu dat chemische bestrijdingsmiddelen tegen aaltjes steeds verder ingeperkt worden, moet worden gezocht naar andere oplossingen.
Aanpassen van vruchtwisseling op aaltjesbesmetting

Telen van afrikaantjes ofwel Tagetes Patula kan het aantal wortellesieaaltjes in de grond tot vrijwel nul terugbrengen en opbrengstderving voorkomen. Onderzoeker Paulien van Asperen vertelt dat de teelt van afrikaantjes eerst in uitgangsmateriaal van aardbeien, laanbomen en rozen in Brabant en Limburg opgang maakte. In Drenthe pakten lelietelers deze aaltjesreducerende teelt op. De afrikaantjes blijken in een bouwplan met zetmeelaardappelen het rendement te verhogen ondanks dat dit een jaar opbrengst kost. Onderzoeker Johnny Visser rekent dat een tagetesteelt 400 tot 450 euro kost. In de eerste zetmeelaardappelteelt die volgt levert dat 2,5 ton extra zetmeel op en in de tweede teelt nog een ton. Dit maakt de inzet van tagetes ruimschoots rendabel.
Afrikaantjes veroveren zuidoostelijk zand en Veenkoloniën
Het onder water zetten van een perceel (inunderen) of het inwerken van organisch materiaal en afdekken (anaerobe grondontsmetting) zijn andere aanvullende maatregelen tegen aaltjes. Visser noemt deze maatregelen vrij duur en daarmee alleen geschikt voor hoog salderende teelten.
Overige maatregelen


Toegankelijke informatie voor telers in de vollegrond
Verkeerde keuzes bij groenbemesters blijken telers gemiddeld 10 procent opbrengst te kosten, becijfert Johnny Visser op basis van de langjarige bodemgezondheidsproef op proefbedrijf Vredepeel.
Ben je adviseur of teler en wil je meer weten over over aaltjesbeheersing, kijk dan op www.aaltjesschema.nl. Via www.handboekgroenbemesters.nl is nog meer informatie beschikbaar over groenbemesters.


Boostjaar
Visser spreekt van een Boostjaar als telers een seizoen gebruiken om de bodemkwaliteit op een perceel te verbeteren. Een voorbeeld daarvan is de teelt van tagetes waar voorafgaand daaraan de teler ook zijn aardappelopslag bestrijdt of gebruikt voor verbetering van de drainage. Voor maximale organische stof productie kan ook nog een extra groenbemester voor of na de tagetes geteeld worden.


Door:
Johnny Visser & Paulien van Asperen
Wageningen University & Research
Share

AALTJESBEHEERSING IN DRIE STAPPEN:
SITUATIE KENNEN, TEELT AANPASSEN EN AANVULLENDE MAATREGELEN
Meten is weten bij het beheersen van aaltjes in de bodem. Inzicht in het type en de hoeveelheid aaltjes in de bodem geeft de teler handvatten voor de toe te passen beheersmaatregelen. Als eerste kunnen aaltjes bestreden worden door het inpassen van groenbemesters of het aanpassen van de vruchtwisseling. Als dat niet toereikend is, zijn er aanvullende maatregelen nodig, bijvoorbeeld de teelt van een aaltjesvanggewas zoals tagetes (afrikaantjes). Ook in een rotatie met (zetmeel)aardappelen kan de teelt van afrikaantjes een rendabele optie zijn.
Bemonsteren
Steken van monsters en deze laten analyseren op schadelijke plantparasitaire aaltjes levert volgens aaltjesonderzoeker Johnny Visser van WUR Open Teelten waardevolle informatie op om de teelt op aan te passen. Doe dit op kleine oppervlakten, liefst maximaal 1 tot 2 hectare. ”Je weet dan of daar een gevoelig gewas kan staan. Daarna is het van belang om in het gewas te blijven monitoren.”

Aanpassen van vruchtwisseling op aaltjesbesmetting
Is een teler op de hoogte van de hoeveelheid plantparasitaire aaltjes in een perceel, dan is het gemakkelijker om de juiste keuzes te maken met de gewassen en de groenbemesters. Het wortellesieaaltje Pratylenchus penetrans is een voorbeeld van een aaltjessoort die zich bij de teelt van veel gewassen vermeerderd en schade veroorzaakt. Zeker voor dit soort aaltjes is een goede vruchtwisseling cruciaal, maar niet altijd voldoende om het aaltje te beheersen. Nu dat chemische bestrijdingsmiddelen tegen aaltjes steeds verder ingeperkt worden, moet worden gezocht naar andere oplossingen.
Afrikaantjes veroveren zuidoostelijk zand en Veenkoloniën
Telen van afrikaantjes ofwel Tagetes Patula kan het aantal wortellesieaaltjes in de grond tot vrijwel nul terugbrengen en opbrengstderving voorkomen. Onderzoeker Paulien van Asperen vertelt dat de teelt van afrikaantjes eerst in uitgangsmateriaal van aardbeien, laanbomen en rozen in Brabant en Limburg opgang maakte. In Drenthe pakten lelietelers deze aaltjesreducerende teelt op. De afrikaantjes blijken in een bouwplan met zetmeelaardappelen het rendement te verhogen ondanks dat dit een jaar opbrengst kost. Onderzoeker Johnny Visser rekent dat een tagetesteelt 400 tot 450 euro kost. In de eerste zetmeelaardappelteelt die volgt levert dat 2,5 ton extra zetmeel op en in de tweede teelt nog een ton. Dit maakt de inzet van tagetes ruimschoots rendabel.
Overige maatregelen
Het onder water zetten van een perceel (inunderen) of het inwerken van organisch materiaal en afdekken (anaerobe grondontsmetting) zijn andere aanvullende maatregelen tegen aaltjes. Visser noemt deze maatregelen vrij duur en daarmee alleen geschikt voor hoog salderende teelten.


Boostjaar
Visser spreekt van een Boostjaar als telers een seizoen gebruiken om de bodemkwaliteit op een perceel te verbeteren. Een voorbeeld daarvan is de teelt van tagetes waar voorafgaand daaraan de teler ook zijn aardappelopslag bestrijdt of gebruikt voor verbetering van de drainage. Voor maximale organische stof productie kan ook nog een extra groenbemester voor of na de tagetes geteeld worden.


Toegankelijke informatie voor telers in de vollegrond
Verkeerde keuzes bij groenbemesters blijken telers gemiddeld 10 procent opbrengst te kosten, becijfert Johnny Visser op basis van de langjarige bodemgezondheidsproef op proefbedrijf Vredepeel.
Ben je adviseur of teler en wil je meer weten over over aaltjesbeheersing, kijk dan op www.aaltjesschema.nl. Via www.handboekgroenbemesters.nl is nog meer informatie beschikbaar over groenbemesters.


Door:
Johnny Visser & Paulien van Asperen
Wageningen University & Research