Ziektewerend vermogen van de bodem
eerste resultaten uit het bedrijvennetwerk
Landbouwbodems verschillen sterk in ziektewering, waardoor bodempathogenen niet altijd evenveel schade veroorzaken bij de teelt van een vatbaar gewas. Je zou een parallel met COVID-19 kunnen trekken: niet alle mensen die geïnfecteerd raken worden hier even ziek van. Maar, wat maakt een bodem meer of minder ziektewerend? Zijn er ziektewerende percelen binnen het bedrijvennetwerk? En natuurlijk ook: wat kan een boer doen om het ziektewerend vermogen van zijn grond te verhogen? We delen graag de eerste onderzoeksresultaten die we hebben verkregen met behulp van de gronden van het bedrijvennetwerk.
Van 22 akkerbouwpercelen in het Bedrijvennetwerk Bodemmetingen is grond verzameld. Aan deze gronden zijn vervolgens doelbewust ziekteverwekkers toegevoegd waarna de mate van aantasting in een vatbaar gewas bepaald is. Hiervoor zijn de ziekteverwekkers Pythium in tuinkers (Foto 1) en Rhizoctonia solani in suikerbiet (Foto 2) gebruikt. Om alles te standaardiseren worden dergelijke proeven in een klimaatcel uitgevoerd bij gelijke vocht, licht en temperatuur condities.



FOTO 2
Rhizoctonia-aantasting in suikerbiet in grond van verschillende akkerbouwpercelen. Rhizoctonia was voor aan de rij toegevoegd waarna de verspreiding van de aantasting bepaald werd.

FOTO 1
Pythium-aantasting in tuinkers gezaaid in grond van verschillende akkerbouwpercelen. Pythium was vooraf door de grond gemengd.

Door:
Joeke Postma & Mirjam Schilder
Wageningen University & Research
FIGUUR 1
Aantasting van een toetsgewas door Pythium en Rhizoctonia in grond van 22 akkerbouwpercelen (klei- of zandgrond) waaraan deze ziekteverwekkers zijn toegevoegd. De figuur is verdeeld in vier vakken waarbij de grens voor ziektewering (arbitrair) op 75% gesteld. In het vak rechtsboven is geen ziektewering voor beide ziekteverwerkkers, in het vak linksonder wel. In het vak rechtsonder is alleen ziektewering tegen Rhizoctonia, in het vak linksboven alleen tegen pythium.
De meeste zandgronden en één kleiperceel waren zeer gevoelig voor beide getoetste ziektes (rechtsboven in Figuur 1). Er waren ook gronden met ziektewering tegen slechts één van de ziekteverwekkers (linksboven en rechtsonder). Slechts twee gronden waren ziektewerend tegen beide ziekteverwekkers (vak linksonder).
Pythium ziektewering was altijd hoger in kleigrond dan in zandgrond. Rhizoctonia ziektewering kwam veel minder voor, in totaal in slechts vier van de 22 percelen, en de ziektewering was niet grondsoort afhankelijk. Opvallend was ook dat soms maar één van beide percelen van een bedrijf ziektewerend was.
Van Rhizoctonia ziektewering wordt aangenomen dat specifieke groepen van het bodemleven de ziektewering veroorzaken. Dit in tegenstelling tot Pythium ziektewering waar vermoedelijk het totale bodemleven of de activiteit ervan een rol speelt. Om meer inzicht in de werking van ziektewering te krijgen, zullen de resultaten vergeleken worden met een scala aan andere uitgevoerde bodemmetingen, inclusief bodembiologische parameters. Daarnaast zullen de metingen in 2021 herhaald worden.
Hoe werkt ziektewering?
Wat kan een boer nu doen om zijn grond ziektewerender te maken? Wat we uit vorig onderzoek al wel weten: Pythium ziektewering wordt gestimuleerd door minder grondbewerking (Bongiorno et al., 2019). En Rhizoctonia ziektewering kan in kasproeven gestimuleerd worden met verschillende typen organisch materiaal. Er is onderzoek gedaan naar de bodemweerbaarheid tegen Rhizoctonia solani in suikerbieten die deze conclusie bevestigt (via onderstaande button kun je het volledige artikel downloaden). Door de resultaten van het Bedrijvennetwerk komen we mogelijk andere maatregelen op het spoor die de ziektewering van de grond kunnen bevorderen.
Meer lezen over bodemgezondheid en ziektewering in het rapport 'Beheersing Bodempathogenen via bodemgezondheidsmaatregelen' met een overzicht van effecten van bodemgezondheidsmaatregelen op 33 bodempathogenen.
Tot slot

Share


Ziektewerend vermogen van de bodem
eerste resultaten uit het bedrijvennetwerk
Landbouwbodems verschillen sterk in ziektewering, waardoor bodempathogenen niet altijd evenveel schade veroorzaken bij de teelt van een vatbaar gewas. Je zou een parallel met COVID-19 kunnen trekken: niet alle mensen die geïnfecteerd raken worden hier even ziek van. Maar, wat maakt een bodem meer of minder ziektewerend? Zijn er ziektewerende percelen binnen het bedrijvennetwerk? En natuurlijk ook: wat kan een boer doen om het ziektewerend vermogen van zijn grond te verhogen? We delen graag de eerste onderzoeksresultaten die we hebben verkregen met behulp van de gronden van het bedrijvennetwerk.
Van 22 akkerbouwpercelen in het Bedrijvennetwerk Bodemmetingen is grond verzameld. Aan deze gronden zijn vervolgens doelbewust ziekteverwekkers toegevoegd waarna de mate van aantasting in een vatbaar gewas bepaald is. Hiervoor zijn de ziekteverwekkers Pythium in tuinkers (Foto 1) en Rhizoctonia solani in suikerbiet (Foto 2) gebruikt. Om alles te standaardiseren worden dergelijke proeven in een klimaatcel uitgevoerd bij gelijke vocht, licht en temperatuur condities.


FOTO 1
Pythium-aantasting in tuinkers gezaaid in grond van verschillende akkerbouwpercelen. Pythium was vooraf door de grond gemengd.


FOTO 2
Rhizoctonia-aantasting in suikerbiet in grond van verschillende akkerbouwpercelen. Rhizoctonia was voor aan de rij toegevoegd waarna de verspreiding van de aantasting bepaald werd.
FIGUUR 1
Aantasting van een toetsgewas door Pythium en Rhizoctonia in grond van 22 akkerbouwpercelen (klei- of zandgrond) waaraan deze ziekteverwekkers zijn toegevoegd. De figuur is verdeeld in vier vakken waarbij de grens voor ziektewering (arbitrair) op 75% gesteld. In het vak rechtsboven is geen ziektewering voor beide ziekteverwerkkers, in het vak linksonder wel. In het vak rechtsonder is alleen ziektewering tegen Rhizoctonia, in het vak linksboven alleen tegen pythium.
De meeste zandgronden en één kleiperceel waren zeer gevoelig voor beide getoetste ziektes (rechtsboven in Figuur 1). Er waren ook gronden met ziektewering tegen slechts één van de ziekteverwekkers (linksboven en rechtsonder). Slechts twee gronden waren ziektewerend tegen beide ziekteverwekkers (vak linksonder).
Pythium ziektewering was altijd hoger in kleigrond dan in zandgrond. Rhizoctonia ziektewering kwam veel minder voor, in totaal in slechts vier van de 22 percelen, en de ziektewering was niet grondsoort afhankelijk. Opvallend was ook dat soms maar één van beide percelen van een bedrijf ziektewerend was.

Van Rhizoctonia ziektewering wordt aangenomen dat specifieke groepen van het bodemleven de ziektewering veroorzaken. Dit in tegenstelling tot Pythium ziektewering waar vermoedelijk het totale bodemleven of de activiteit ervan een rol speelt. Om meer inzicht in de werking van ziektewering te krijgen, zullen de resultaten vergeleken worden met een scala aan andere uitgevoerde bodemmetingen, inclusief bodembiologische parameters. Daarnaast zullen de metingen in 2021 herhaald worden.

Hoe werkt ziektewering?
Wat kan een boer nu doen om zijn grond ziektewerender te maken? Wat we uit vorig onderzoek al wel weten: Pythium ziektewering wordt gestimuleerd door minder grondbewerking (Bongiorno et al., 2019). En Rhizoctonia ziektewering kan in kasproeven gestimuleerd worden met verschillende typen organisch materiaal. Er is onderzoek gedaan naar de bodemweerbaarheid tegen Rhizoctonia solani in suikerbieten die deze conclusie bevestigt (via onderstaande button kun je het volledige artikel downloaden). Door de resultaten van het Bedrijvennetwerk komen we mogelijk andere maatregelen op het spoor die de ziektewering van de grond kunnen bevorderen.
Meer lezen over bodemgezondheid en ziektewering in het rapport 'Beheersing Bodempathogenen via bodemgezondheidsmaatregelen' met een overzicht van effecten van bodemgezondheidsmaatregelen op 33 bodempathogenen.
Tot slot

Door:
Joeke Postma & Mirjam Schilder
Wageningen University & Research